MANIFEST KLIMAATROBUUSTE LANDGOEDEREN
Een groeiende groep particuliere bos- en landgoedeigenaren en -beheerders maakt zich zorgen over klimaatverandering en zet zich in om die te beteugelen. Een eerste stap werd gezet op de Soil4U dag / FPG Landgoeddag, juli 2019 op landgoed Vilsteren, met als thema klimaatmaatregelen in bossen en op landgoederen. Het resulteerde in de lancering eind oktober 2019 van het Manifest Klimaatrobuuste Landgoederen, inmiddels ondertekend door ruim 100 landgoedeigenaren die samen goed zijn voor 120.000 van de in totaal 200.000 hectare particulier grondbezit. De ondertekenaars committeren zich aan concrete maatregelen: ze gaan op hun gronden biodiverse en klimaatbestendige bomen en hagen planten, en natuurgerichte landbouw en kwaliteitsrecreatie bevorderen. In 2021 gaan we door met de in november 2020 gestarte nationale boomplantactie, en organiseren we bovendien een serie Community of Practice bijeenkomsten.
We roepen alle particuliere grondeigenaren op de gelederen te versterken en het Manifest te onderschrijven. U kunt uw intentie tot deelname mailen naar fpg@grondbezit.nl.
30-5-2022
EEN KLIMAATROBUUST WATERSYSTEEM OP LANDGOEDEREN
We kijken terug op een goed bezochte, informatieve en levendige Community of Practice bijeenkomst (CoP) op Landgoed Zelle in Hengelo (Gld). De veertig deelnemers, vooral afkomstig uit Gelderland en Overijssel, werden verwelkomd door Liesbeth Cremers namens Soil4U en Sander Wurfbain namens FPG en GPG. Ze spraken hun vreugde uit over de inmiddels ruim 100 ondertekenaars – samen goed voor 120.000 ha – van het manifest Klimaatrobuuste Landgoederen.
Klimaatrobuust waterbeheer, onderwerp van deze CoP, is onlosmakelijk verbonden met het grotere verhaal van klimaatverandering. Zo plaatste de eerste spreker Hein Pieper, dijkgraaf bij waterschap Rijn en IJssel en president van de European Union of Water Management Association, het steeds vaker voorkomen van droogte én wateroverlast in de context van de zorgwekkende rapporten van het wetenschappelijke klimaatpanel IPCC. Zinnen als ‘Droogte is een sluipmoordenaar’ en ‘Wat als de waterbom elders valt?’ verraden hoezeer klimaatverandering al met geweld geassocieerd wordt – helaas terecht. Net als dat wij mensen zelf oorzaak en oplossing ervan zijn, zoals blijkt uit de visuele representatie van onze overschrijdingen van de grenzen van de planeet.
Ook voor de Achterhoek, het werkgebied van waterschap Rijn & IJssel, was de droogte van 2018 een wake-up call, vertelde Pieper. Het waterschap wil met alle betrokkenen aan de slag om vormen van waterbeheer te ontwikkelen die extreme droogte en extreme neerslag aan kunnen. Klinkt als een fluitje van een cent: een teveel aan water opvangen en dat gebruiken als er te weinig is. De uitvoering is natuurlijk minder simpel. Er valt in de Achterhoek voldoende regen, maar die wordt te efficiënt afgevoerd. Met het programma ‘Elke druppel de grond in’ wil het waterschap water opvangen, bergen en in de grond brengen. Draagvlak hiervoor moet worden geschapen door een fijnmazige, lokale aanpak met inbreng van alle betrokkenen, zoals daar zijn Provincie Gelderland, Vitens waterbedrijf, 11 gemeenten, LTO Noord, Natuurmonumenten, de Achterhoek Board, Gelders Landschap en niet te vergeten landgoederen, met als voorbeeld landgoederenzone Baakse Beek. Steeds meer landeigenaren, vooral agrariërs, blijken hiervoor te vinden; er zijn al bijna 200 kleine stuwen en 150 afsluiters geplaatst die lokaal het waterpeil verhogen. Sloten worden ondieper gemaakt en mogen hier en daar weer slingeren. Hiernaast wordt nog een heel arsenaal aan andere maatregelen in stelling gebracht (we blijven even in de oorlogsretoriek), zoals te zien figuur 2.
Water zou zelfs het leidend principe moeten worden bij landinrichtingsvraagstukken, maar Pieper stelde dat met deze maatregelen vooral tijd wordt gekocht. Om klimaatverandering daadwerkelijk te stoppen moet de maatschappij zich aanpassen. Willen we klimaatverandering stoppen, dan moeten we CO2 reduceren en de transitie maken naar groene energie. Op de vraag: “Wat kunnen wij als particulier doen?” kwam direct het antwoord: “Neem contact op met het waterschap!”
Ook de volgende spreker, onder andere projectleider verdroging en klimaatadaptatie Overijssel en lid landelijke coördinatiecommissie waterverdeling en watertekorten Luc Jehee, presenteerde een paar onheilspellende data als voorgerecht. De schade van de droogte in 2018 bedroeg in Nederland naar schatting een half tot twee miljard Euro. De snelheid waarmee het klimaat opschuift is ca 20 km per jaar, vertelde hij; bij een niet ondenkbaar scenario van 4.0°C opwarming heeft Overijssel in 2075 het klimaat van Florence nu. Als we onze ruimtelijke ordening en waterbeheer niet aanpassen, wentelen we de gevolgen af op economie, ecologie en gezondheid. Ook landgoederen komen in de knel, denk bijvoorbeeld aan weerextremen als hagel, piekbuien, onweer, hoge temperaturen, aan bedreiging van cultureel erfgoed door zetting en vochtschade, aan natuurbranden, verlies van natuurwaarden en oogsten, aan wateroverlast, bossterfte en verlies van monumentale bomen. Eigenaren kunnen de risico’s voor hun eigen landgoed in kaart brengen met behulp van de zogeheten adaptatietool. En vervolgens stappen ondernemen om die risico’s te verkleinen, want landgoederen zijn ook deel van de oplossing, stelde Jehee. Hij noemde een aantal concrete stappen die boseigenaren kunnen nemen. Een greep: Risicospreiding door menging van soorten en leeftijden van bomen; aanpassing waterhuishouding, denk aan rabatten; bodemverbetering en vergroten sponswerking door rijkstrooiselsoorten als esdoorn, linde en fladderiep. Weerbare, flexibele boomsoorten zijn haagbeuk en winterlinde. Eiken zullen het waarschijnlijk gaan winnen van beuken, de fijnspar raken we kwijt, de rode beuk is in gevaar. Voor veel landgoederen is dat een monumentale en beeldbepalend boom en dus een gevoelig verlies. Welke boom gaat die plaats nu innemen?
Kansrijke buitenstaanders zijn elsbes, gewone walnoot, tamme kastanje, robinia, paardekastanje, plataan, Hongaarse eik, moseik, zilverlinde en de hopbeuk. Ook hiervoor bestaat hulp, in de vorm van de gereedschapskist klimaatslim bosbeheer.
Ook de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel bevat plannen (uitvoering 2022-2027) voor aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, met inzet van overheid, inwoners, kennisinstellingen, landbouw, natuur en ook landgoederen. 80 Gebieden zijn geselecteerd als focusgebieden; met een voorlopig budget van 10,5 miljoen Euro wil men hier – in een schaalgrootte van 500-3000 ha – water vasthouden in de haarvaten van het watersysteem, afvoer, verdamping en gebruik beperken, alternatieven voor watergebruik ontwikkelen, en in het algemeen bodem- en watersysteem leidend maken voor de ruimtelijke inrichting. Het idee is dat eigenaren de ruimte leveren, en waterschappen, provincie en het Deltafonds de financiering. Men kan zich voor dit programma aanmelden via het Overijssels Particulier Grondbezit OPG, Joukje Bosch.
Paul Thissen, erfgoedcoördinator van de provincie Gelderland, gaf een inkijkje in de activiteiten van die provincie op het vlak van klimaatrobuuste landgoederen. Gelderland heeft 119 historische landgoederen en buitenplaatsen. De provincie ondersteunt deze financieel – denk aan onderzoek gericht op herstel, en aan restauratie van tuinen, parken en watersystemen – en ook via kennis- en leernetwerken. Een voorbeeld is de Erfgoeddeal Klimaatrobuuste Buitenplaatsen, en in het project Innocastle werkt de provincie samen met de National Trust (UK) en met instellingen in Vlaanderen (B), Badajoz (Spanje) en Roemenië. Gemeenschappelijk uitgangspunt is klimaatverandering en de noodzaak van een gebiedsgerichte aanpak.
In de Erfgoeddeal ontwikkelt men een Groenblauwe monitor voor rijksmonumentaal ‘groen en blauw’ op kastelen, buitenplaatsen en landgoederen. Ook is er een klimaatstresstest in aanbouw met data over kwetsbare plekken, zijn er drie proeftuinen aangewezen om maatregelen concreet te testen, en is een start gemaakt met een ‘kennis- en leeromgeving’. Al deze instrumenten, inclusief een routekaart Klimaatbestendige aanpak, worden in 2022-2023 verder uitgebouwd en verfijnd. Wie zich verder wil informeren kan terecht op
https://www.gelderland.nl/themas/cultuur-en-erfgoed/erfgoed
www.erfgoedalliantie.nl/projecten/innocastle/default.aspx
www.interregeurope.eu/innocastle/
https://projects2014-2020.interregeurope.eu/innocastle/events/event/4870/
www.skbl.nl/kennisprogramma-klimaatrobuuste-buitenplaatsen
www.gelderland.nl/themas/wonen-en-leven/samen-leven-in-gelderland/gelderse-streekgidsen
Tot slot vertelde Gerrit Jan Liet, directeur van Landgoed Zelle en gastheer van deze dag, over de geschiedenis van dit landgoed en over de stappen die men hier op watergebied aan het zetten is om op de toekomst voorbereid te zijn. ‘Goette Selle’ duikt voor het eerst in de annalen op in 1326 en is dan in handen van Pelgrim van Selle – een naam die tot de verbeelding spreekt! Inmiddels is het erfgoed, als Landgoed Zelle BV, gezamenlijk eigendom van tien leden van de familie van Dorth tot Medler.
Zelle beslaat 356 hectare, waarvan 170 ha bos, 112 ha landbouwgrond (regulier verpacht), 49 ha golfterrein (dat de meeste inkomsten in het laadje brengt), 17 ha natuurterrein, en 8 ha erven, wegen en overig terrein. Ruim 14 kilometer is opengesteld wandelpad. Om het landgoed veilig door de 21ste eeuw met al zijn klimaatonzekerheden te loodsen, is een landgoedvisie onontbeerlijk, zo benadrukte Gerrit Jan Liet.
De ruilverkaveling blijkt het nodige aangericht te hebben in het watersysteem van Zelle. Verdeelwerken en omleidingen in het riviertje de Laak, die water het landgoed invoerde, in combinatie met verdieping van sloten (versnelde afvoer!) hebben tot gevolg gehad dat de Laak nu snel en langdurig droogvalt. Op Zelle zorgde dat voor een lege zwemvijver in zomer, dode bomen, droge rabatten en droogteschade in de landbouw.
In 2012 is een waterretentiegebied aangelegd. Zowel de gracht als de zwemvijver zijn inmiddels opnieuw beschoeid. De golfbaan vormt met stuwtjes een natte zone en dus een waterbuffer. Het hoger opstuwen van de sloten was spannend, maar de verwachte overlast van het hoog opgestuwde water bleef uit: ‘Een leermoment. We waren banger dan nodig was.’ Hoewel de bekostiging nog wel een flinke puzzel is, zijn er meer maatregelen in het vizier, zoals het verondiepen en dempen van waterlopen, het verhogen van grond- en oppervlaktewaterpeil, en het herstellen van het historische watersysteem.
Zelle werkt ook samen met het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM), dat een landbouwvisie opstelt voor het landgoed met aan de horizon duurzaam grondgebruik en circulaire landbouw, met water als leidend principe. Daarbij is maatwerk en betrokkenheid van de pachters zeer gewenst.
In haar slotconclusie constateerde Liesbeth Cremers dat er twee duidelijke rode draden door de dag hadden gelopen. ‘Het watersysteem moet meer de sturende rol krijgen bij inrichting en beheer van landgoederen, en samenwerking is onontbeerlijk: tussen landgoederen, waterschappen, provincies en alle andere partijen rondom een watersysteem. Ik roep jullie allemaal op om elkaar te benaderen, plannen te maken en die uit te voeren. Er is niet één regisseur, dit moeten we samen doen.’ Om de ontwikkelingen te versnellen en boeren erbij te betrekken, wordt al geëxperimenteerd met veelbelovende nieuwe instrumenten als betalen voor ecodiensten en het nieuwe pachtcontract. ‘Daar zijn we in het Vechtdal volop mee aan de slag.’ Ook Sander Wurfbain zag in zijn terugblik op deze CoP mooie ontwikkelingen. ‘GPG en FPG hebben de rol deze zaadjes van onze leden verder te verspreiden. Dat blijven we zeker doen.’
Op de wandeling over landgoed Zelle aan het eind van de dag werden niet alleen de benen, maar ook toekomstplannen in beweging gezet. Er werd druk genetwerkt, helemaal conform het uitgesproken voornemen van de aanwezigen om gezamenlijk projecten te gaan aanpakken.
Volledige presentaties
Hein Pieper
Luc Jehee
Paul Thissen
Gerrit Jan Liet
Andere nuttige adressen
https://klimaatadaptatienederland.nl/overheden/nas/adaptatietool
https://www.vbne.nl/klimaatslimbosennatuurbeheer/
https://www.grondbezit.nl/voorpagina-opg.html
https://www.gelderland.nl/themas/cultuur-en-erfgoed/erfgoed
www.erfgoedalliantie.nl/projecten/innocastle/default.aspx
www.interregeurope.eu/innocastle/
https://projects2014-2020.interregeurope.eu/innocastle/events/event/4870/
www.skbl.nl/kennisprogramma-klimaatrobuuste-buitenplaatsen
www.gelderland.nl/themas/wonen-en-leven/samen-leven-in-gelderland/gelderse-streekgidsen
https://stichtingclm.nl/
9-5-2022
TINY HOUSES, GREAT LIVING
Zo’n 35 mensen maakten op maandagmiddag 9 mei tijd vrij voor de online Community of Practice bijeenkomst over tiny houses – en ze werden niet teleurgesteld. Het onderwerp, zo bleek, spreekt tot de verbeelding, staat maatschappelijk gezien in de belangstelling en, niet onbelangrijk, biedt perspectief op nieuwe verdienmodellen voor landeigenaren.
Idealiter, zo stelden de organisatoren Soil4U, FPG en Wageningen Universiteit (WUR), draagt tiny living bij aan diverse waarden tegelijk: sober, natuurvriendelijk en betaalbaar wonen voor mensen die dat willen, natuurinclusief landgebruik, en inkomsten voor landeigenaren. De sprekers belichtten deze waarden vanuit verschillende invalshoeken, terwijl gespreksleider Jeroen Kruit (WUR, o.a. betrokken bij de Green Deal Voedselbossen) voor de verbinding zorgde.
Kien van Hövell van landgoed Grootstal opent de bijeenkomst namens Soil4U en FPG. Op veel landgoederen, stelt ze, staat bodemherstel hoog op de agenda, en daarbij is het verstandig aan te takken bij initiatieven die maatschappelijke meerwaarde opleveren. Verweving van functies – al eeuwenlang het bedrijfsmodel op landgoederen – heeft de toekomst.
Guido Enthoven, vanuit het Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI) betrokken bij het Testlab nieuw bos en tiny houses (een samenwerking van het ministerie van LNV, Staatsbosbeheer, IMI, Natuurverdubbelaars en Tiny House NL), geeft een met cijfers onderbouwd overzicht van het maatschappelijke Umfeld van ‘kleine huisjes’. De krapte op de woningmarkt, het beschikbaar komen van landbouwgrond, de noodzaak van natuurinclusief boeren, nieuw bos – allemaal opgaven waarop tiny living een van de antwoorden kan zijn, in de context van functiecombinaties. Het idee is ook interessant omdat het een ‘hoogwaardige’ bestemming (wonen) combineert met ‘laagwaardige’ grond (voor bos en, qua prijs tussen bos en wonen in, landbouw). Enthoven rekent voor dat een combinatie van bos en tiny houses (gedefinieerd als huisjes met minder dan 50 m2 vloeroppervlak) op basis van 3 huisjes per hectare en een pachtsom van € 250 per huisje per maand tussen € 7.500 en € 9.000/ha kan opleveren. Wie denkt aan luchtfietserij: maar liefst 20 tot 30 gemeenten zijn aan het experimenteren geslagen – mooie voorbeelden zijn te vinden in Duinvallei in Katwijk, in Den Helder of Tiny House Techem in Leeuwarden. In Noord-Brabant ontwikkelt Stichting Peel natuurdorpen in samenwerking met 3 gemeenten en de provincie het proefproject Peel Natuurdorpen, op 250 ha met 700 tiny houses. 3.200 Mensen hebben zich ervoor aangemeld, 30 boeren willen meedoen.
Maar natuurlijk is de weg ook bezaaid met voetangels en klemmen. Zo passen kleine huisjes prima in de nieuwe Omgevingswet omdat ze, goed in de omgeving ingepast, de landschappelijke kwaliteit in ere houden, maar aanpassing van bestemmingsplannen is notoir tijdrovend. Je moet overheden en burgers meekrijgen, er is een landbouwlobby, je krijgt met verkokering van overheden te maken. Maar het kan wél, benadrukt Enthoven. De voordelen: extra bos levert hout, biodiversiteit, ontspanning en gezondheid, en reduceert klimaatstress. Kleine huisjes zijn interessant voor een brede doelgroep, snel realiseerbaar en duurzaam. Omzetten van landbouwgrond naar natuur biedt boeren perspectief, ook boeren zonder bedrijfsopvolger (waarvan er maar liefst 24.000 rondlopen). De business case behelst grotendeels privaat geld. Gemeenten kun het eenvoudig mogelijk maken via experimenten, een aanjaagbudget en/of bestemmingsplanwijzigingen.
De ‘zaal’ reageert volop. Volgens een van de aanwezigen zijn in de berekening van de business case de grondprijzen te laag, de vraag is enorm en het aanbod nul. Diverse mensen zeggen dat daarentegen het vinden van bewoners geen probleem is: de huidige woningschaarste en -prijzen, gecombineerd met de groei van digitaal en thuiswerken zorgen voor een overvloedige vraag. Marjolein Jonker, zelf tiny house-bewoner, vertelt dat ze op een open dag wel eens 500 bezoekers langs zag komen. En Kien van Hövell ziet om zich heen steeds meer belangstelling voor kleinschalige duurzame landbouw (mesoniveau), waarbij mensen dichtbij hun kavel willen wonen.
Veel vragen betreffen het aanleggen van infrastructuur als leidingen en toegangswegen en, in verband daarmee, de voor- en nadelen van on en off grid huisjes (al dan niet aangesloten op voorzieningen). Enthoven heeft een voorkeur voor on grid, en het clusteren van huisjes rond een bestaand gebouw of langs een weg; dat is goedkoper. Ook de duur van projecten is onderwerp van discussie. In het geval van experimenten is het nuttig in ieder geval te koersen op 10 jaar, zegt hij. Dat geeft zowel de landeigenaar als de bewoners enige zekerheid en continuïteit. Tijdelijkheid kan ook de natuur- en milieuvriendelijkheid in de weg zitten; zo zullen permanente bewoners meestal beter zorg dragen voor hun omgeving.
Jasper Müller vertelt een verwant, maar toch ander verhaal. Hij verlegde in 2021 zijn werkterrein van een hotelbedrijf naar Hide&B, een onderneming die zelf-ontworpen energieneutrale cabins neerzet op land van grondeigenaren. De eerste cabins worden nu gebouwd. ‘Het is een ondersteunend verdienmodel voor grondeigenaren en boeren, om natuurinclusief grondgebruik beter haalbaar te maken. Gebruikers krijgen een bijzondere ervaring in de natuur en dragen met hun geld bij aan de transitie naar natuurinclusieve landbouw en/of omzetting naar natuur. We promoten ook lokaal geproduceerd voedsel.’ De grondeigenaar kan kiezen voor een vast bedrag van € 5.000 per cabin per jaar (meer als hij ook de ‘house keeping’ doet), of delen in het ondernemersrisico.
Is de transitie eenmaal goed op gang – naar schatting in 8 tot 10 jaar – dan pakt Hide&B de huisjes weer op om ze ergens anders dienst te laten doen. ‘Het is altijd tijdelijk. Dat maakt ook tijdelijke ontheffing van bestemmingsplannen mogelijk.’ On en off grid behoren beide tot de mogelijkheden, maar on grid is volgens Müller duurzamer. ‘Het accupakket dat je off grid nodig hebt om piekmomenten op te vangen is bepaald niet natuurvriendelijk, en er is meer ruimte nodig voor helofytenfilters om afvalwater te zuiveren.’ Ook hij is voor clustering, vanaf 3 huisjes per hectare.
Treedt er geen verrommeling op rond de huisjes? wil een deelnemer weten. ‘Ik denk het niet,’ zegt Müller. ‘Mensen die graag klein leven, willen juist weinig spullen, en bovendien brengen ze hier maar een paar nachten door. Auto’s staan aan de rand van het terrein.’ Kien van Hövell waarschuwt voor het gevaar dat de Flora en Fauna Wet verwijdering van tijdelijke huisjes kan verhinderen, als bedreigde dieren of planten zich er thuis zijn gaan voelen. Iemand stelt dat het concept voorbijgaat aan de aspirant tiny house-bewoners die een permanente betaalbare plek willen waar ze hun ecologische voetstap kunnen verkleinen en aan natuurherstel doen, met bijvoorbeeld een voedselbos. Dat klopt, zegt Müller, Hide&B doet het anders.
Weer een nieuwe invalshoek biedt Casper de Vries, directeur van het festival de Tuin der Lusten. Het festival biedt op het eeuwenoude erfgoed van particuliere landgoederen ruimte aan hedendaags theater, dans, performance, beeldende en eetbare kunst. Inmiddels zitten er al 23 edities op. Op één daarvan was Refugio te zien: een ‘overnachtbaar kunstobject’ dat overeenkomsten heeft met tiny living en een vervolg krijgt op landgoed ’t Rozendael. Een vertegenwoordiger van de familie van Ittersum van ’t Rozendael vertelt dat de door kunstenaars op zijn familielandgoed ‘ontworpen overnachtingen’ op weerstand van de omgeving stuiten. ‘Men is bang voor verstoring van de rust. Het vraagt veel communiceren, koffie en thee drinken. En dan nog blijven de bezwaren. Maar het is de moeite waard, je biedt een bijzondere ervaring, iets anders dan Centerparks. De gemeente heeft een principegoedkeuring gegeven.’
De Vries heeft ook een persoonlijke motivatie voor de tiny house beweging: hij ziet zichzelf als digitale nomade, iemand die overal kan leven en werken. Een Duitse investeerder, vertelt hij, ontwikkelt in acht plaatsen in Europa plekken waar mensen als hij kunnen leven en werken, mensen die ‘geen fundering meer nodig hebben’. Hij vermeldt ook https://www.treehotel.se/en en tinymodule.nl. ‘Dat laatste lijkt op Hide&B, maar hier gaat het om schakelbare off grid eenheden van 7,5 m2 in de vorm van een soort taartpunten. In allerlei combinaties vormen ze verplaatsbare no-impact woningen die, mede door een veranderbare buitenschil, opgaan in hun omgeving.
Marjolein Jonker, of Marjolein in ’t klein zoals ze zich afficheert, is de belichaming van het kleine leven: ze woonde in Alkmaar 5 jaar off grid op 25 m2, heeft nu een huisje gebouwd op een eigen stukje grond in Olst en richtte Tiny House Nederland op. Ze benadrukt dat het krijgen van een plek en de benodigde vergunningen flink wat voeten in de aarde heeft. Bruikbaar is de kruimelvergunning: op grond van een aantal voorwaarden mag volgens deze regeling een bouwplan afwijken van een bestemmingsplan. ‘Zo kan een gemeente op een snelle, makkelijke manier kennismaken met tiny houses. En jij kunt je idealen nastreven, die voor de meesten een combinatie vormen van bijdragen aan een groene omgeving, een levendige gemeenschap vormen, betaalbaar wonen en zelfvoorzienend leven.’ Ook bestaat de rood-voor-rood regeling, waarbij een eigenaar voor het slopen van oude gebouwen (bijvoorbeeld boerenschuren) bouwrechten krijgt voor een of meer nieuwe woningen. Onder ander in Dalfsen wordt daarvan gebruik gemaakt om tiny houses te kunnen bouwen.
Tips: https://www.tinyfindy.com/, een platform voor vraag en aanbod van Tiny Houses, woonlocaties, producten en diensten; www.zininbuiten.eu/tiny-house-voor-nieuwe-functies.
De doelgroep is breed, vertelt Marjolein, van jong tot oud. ‘Ouderen willen best vaak kleiner gaan wonen en laten daarbij een gezinswoning achter. En vergeet niet dat een goedkope 40 m2 een flinke upgrade is, als je op 20 peperdure vierkante meters in de Randstad woont. Uit onderzoek blijkt dat een op de vijf huurders openstaat voor wonen in tiny houses, het is echt geland in Nederland.’
Maar alles rozengeur en maneschijn … nee. ‘Financiering op een tijdelijke plek is moeilijk, je krijgt geen lening zonder grond als onderpand. De bouwkosten stijgen snel. Op tijdelijke plekken begin je geen voedselbos of permacultuurtuin. En het is altijd maatwerk.’
De huisjes mogen nog zo klein zijn, twee uur is te kort om alle ins en outs ervan te bespreken. Er blijven veel vragen liggen. Hoe ga je om met vooroordelen over ‘woonwagenbewoners’? Waar vind ik professionele hulp, bijvoorbeeld voor een vergunningaanvraag? Wat gebeurt er met mensen als ze na 10 jaar weg moeten? Om deze en verdere vragen goed te beantwoorden, nemen Jeroen Kruit en Guido Enthoven het voortouw voor het organiseren van een vragenlijst, plus een lijst met mensen die professionele hulp kunnen bieden. Zo kunnen deze twee mini-uurtjes een vervolg krijgen, hopelijk als live bijeenkomst.
In de tussentijd kunt u uw licht opsteken op alle hierboven genoemde sites, waar concrete voorbeelden te vinden zijn van tiny living op allerlei manieren, en alles eromheen.
Presentaties van de CoP:
Guido van Enthoven
Hide&B
Marjolein in ’t klein
Lijst Landelijke Initiatieven
12-1-2021
De Federatie Particulier Grondbezit en Soil4U mogen terugkijken op een geslaagde Community of Practice (CoP) bijeenkomst op 12 januari jl., getuige ook de hartelijke dankwoordjes die na afloop binnenstroomden.
In haar openingswoorden benadrukte Adrienne Vriesendorp van de FPG de belangrijke rol van het particulier initiatief voor de financieel niet bepaald dichtgetimmerde bossenstrategie van de overheid en zei daarbij: “Wij hebben ook de ambitie die rol te spelen.” Ze betoonde zich enthousiast over de samenwerking met Soil4U, waarbij de FPG aan alle gesprekstafels waar zij aanschuift gebruik kan maken van de ervaringen van Soil4U als praktijkplatform.
Nadat Liesbeth Cremers van landgoed Vilsteren de stand van zaken had uiteengezet met betrekking tot het Manifest Klimaatrobuuste Landgoederen, legde Gijs Kuneman van Bosgroep Midden-Nederland in zijn update van bossen en klimaat onder andere uit waarom niet alle boomplantacties gelijkwaardig zijn wat betreft meting en borging van CO2-opslag. Een ‘harde’ borging is in de maak, met externe controle op onderhoud van geplante bomen en een certificaat van de Stichting Nationale Koolstofmarkt dat pas na 10 jaar wordt uitgereikt. Zo’n systeem is duur, en de compensatie voor CO2-opslag zal dan ook hoogstens aanvullend zijn op eigen inzet en subsidies. Met andere woorden: niet de portemonnee maar het klimaat is de grootste begunstigde. Het kan lonen de interesse te wekken van een bedrijf dat maatschappelijk verantwoord ondernemen echt in praktijk wil brengen.
De presentatie van Liesbeth Cremers over ervaringen in het Vechtdal was naast een enthousiast betoog over het landgoedmodel en betaling aan pachters voor geleverde ecosysteemdiensten, ook een pleidooi voor gebiedssamenwerking. In Overijssel heeft dat al veel opgeleverd, niet alleen in wederzijds begrip maar ook bijvoorbeeld in een project Biodiversiteit Landgoederen in het Vechtdal.
De bijeenkomst werd zo mogelijk nóg praktischer met de presentatie van Eric Brinckmann (landgoed Het Lankheet) en Kees van Bochove (Universiteit Wageningen) over een innovatief meetinstrument voor bodemkwaliteit. De zogeheten Open Bodem Index is een efficiënt meetinstrument, maar omdat het vooral in een agrarische context is ontwikkeld, ontbreken bodembiologische en klimaat-indicatoren. Het project Sensorisch Landschap, uitgevoerd op landgoederen met jonge onderzoekers, beoogt die leemte te vullen. De grafiek die de hoeveelheid bodemleven in de boswei op het Lankheet in beeld brengt is een studieobject van jewelste. “Ik ken die wei”, zei Eric Brinckmann, “en je zag dat vernatting meteen minder CO2-uitstoot opleverde. Interessant voor agrariërs met natuurdoelen.”
Geïnteresseerde Manifestondertekenaars worden uitgenodigd zich op te geven (info@soil4u.nl), selectie vindt plaats als alles financieel rond is. En als we weer pandemievrij zijn, vindt een volgende CoP op dit onderwerp plaats in de wei.
Tot slot vertelde Liesbeth Cremers over een interessant nieuw wapen in de strijd: het uitdaagrecht, onderdeel van omgevingsvisies. Het betekent dat je de overheid kunt uitdagen door als particulier aan de slag te gaan en zo de uitvoering van overheidsbeleid kunt versnellen. Het Manifest doet feitelijk precies dat. “Je kunt meer dan je denkt, en de tijd is er rijp voor,” woorden die een passende afsluiting vormden van de inspirerende bijeenkomst. Schrijf u in voor onze nieuwsbrieven om op de hoogte te blijven van volgende CoPs!
BOOMPLANTACTIE
Laat duizenden bomen groeien!
In het kader van het Manifest Klimaatrobuuste Landgoederen is op 18 november 2020 een nationale boomplantactie van start gegaan op particuliere landgoederen. Hieronder een impressie van de resultaten. Doe ook mee, zorg voor een vitale bodem, reduceer CO2-uitstoot en maak Nederland mooier! Stuur uw foto’s van boomplantacties vergezeld van informatie over wie, waar en wat naar info@soil4u.nl.
Het Zwarte Water, Drenthe
Op landgoed Het Zwarte Water in Drenthe hebben eigenaren Walter, Maarten en Marlies Hulshof dit jaar 1,2 ha uit de verpachte landbouwgrond gehaald om er bos van te maken. Op 20 november zijn de eerste bomen geplant van de 1100 die er nog dit seizoen gaan komen. Daarnaast hebben ze 2 ha dood fijnspar bos gekapt (de letterzetter had erin huisgehouden), dat ze ook opnieuw gaan inplanten. In totaal gaat het om 2400 bomen. Na twee teleurstellende ervaringen met het aanvragen van omvormingssubsidie, doen ze dit alles op eigen kosten, in eigen beheer en met eigen handen, waarbij kinderen en aanhang meehelpen. Onder die aanhang ook Mazhar Salka (3e links op groepsfoto) , vader van een Syrisch gezin dat in afwachting van een verblijfsvergunning en woning (inmiddels verleend) onderdak had gevonden bij Marlies Hulshof. De bocht in de weg waar hij een eik plantte heet nu de Salkabocht. “Het boomplanten zorgt voor gezellige dagen, en we hopen hiermee de betrokkenheid van de volgende generatie te vergroten,” schrijft Maarten Hulshof.
Grootstal, Gelderland
Vilsteren, Overijssel
Met de actie 1.100.000 bomen erbij in Overijssel loopt de provincie in de voorhoede van milieubewust en toekomstbestendig Nederland. Landgoed Vilsteren loopt dan weer voorop in die voorhoede, met in totaal 5.116 nieuwe dit najaar geplante bomen. Bij Erve Meijerink, een van de landgoedbedrijven, plantten op 18 november Bente en Lorin Hulsman een mooie Robinia als startschot voor de de nationale landgoederenboomplantactie, daarbij geholpen door gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher. De Robinia wordt de centrale boom in pluktuin en vodselbos die de familie Hulsman naast hun melkveebedrijf en schapenhouderij aanlegt.
In de Vliers is een perceel fijnspar gerevitaliseerd. Klimaatopwarming en droogte geven ruim baan aan de letterzetter, een kever die verzwakte bomen definitief het hoekje om stuurt; hierdoor heeft de fijnspar in Nederland geen toekomst meer. De opstand fijnspar is geveld en omdat een gasleiding van de Gasunie diepwortelende bomen onmogelijk maakt, zijn er Europese lariks en Noorse esdoorn teruggeplant, zo’n 500 op 2000 m2. Ook elders op Vilsteren wordt bos gerevitaliseerd, met als resultaat dit najaar 5.116 nieuwe bomen.
Tot overmaat van plantplezier stelde de provincie via het Overijssels Particulier Grondbezit 50 ‘pronkbomen’ ter beschikking voor de vele particuliere landgoederen die het Manifest Klimaatrobuuste Landgoederen hebben ondertekend. Het betreft klimaatbestendige bomen als haagbeuk, tamme kastanje, boomhazelaar, walnoot, elsbes, winterlinde, fladderiep en zoete kers. Op Vilsteren staat nu een haagbeuk in de bosrand bij de Vliers.
Zeven landgoederen, Overijssel
Alweer kregen we foto’s binnen uit Overijssel, deze keer van 7 particuliere landgoederen: Bruinehaar, De Helmer, Hessum, Het Lotter, Hof te Boekelo, Kalheupink en Open Hamei. Zij maakten gebruik van het in bovenstaand bericht genoemde aanbod van het Overijssels Particulier Grondbezit om op het landgoed een klimaatbestendige pronkboom te planten. Een inspirerend voorbeeld, dat elders hopelijk veel navolging gaat vinden, want bomen zijn belangrijk in alle haarvaten van ons ecosysteem. Een Belgische psychiater zei ooit: wie met een boom kan praten hoeft nooit naar de psychiater, al denken veel mensen het tegenovergestelde.
De Ruiting, Noord-Brabant
Kardinaalsmuts, hazelaar, eik, els, sleedoorn, berk – het dorp Esch is sinds kort 1000 veelsoortige bomen rijker. Een paar jaar geleden ontstond bij initiatiefnemers Maurits en Martine van Bouwdijk en buurtgenoten het plan om buurtschap de Ruiting te vergroenen. De buurman begon met het beplanten van zijn weilanden. Toen hij in 2018 overleed en de familie Van Bouwdijk de grond overnam en toevoegde aan eigen percelen, ontstond een aaneengesloten stuk grond van 10 hectare dat reikt tot aan de Essche stroom. “We zijn van plan nog 2000 bomen en struiken bij te planten,” zegt Maurits van Bouwdijk, “en op termijn wordt het een klein landgoed, een bosrijk, cultuurhistorisch landschap met een biodiverse flora en fauna.”
Het initiatief wordt toegejuicht door de lokale organisatie Huis & Omgeving in Transitie (HOT), die 1000 bomen wil planten in iedere kern van de binnenkort op te splitsen gemeente Haaren, waartoe behalve Esch en Haaren ook Helvoirt en Biezenmortel behoren (www.coophot.nl/1000-bomen.html). Voor Esch realiseerde de familie van Bouwdijk die doelstelling in één klap en bovendien uit eigen zak, wat HOT speelruimte geeft voor nóg meer bomen. Overigens gaat het dorp na de splitsing bij Boxtel horen, en naar verluidt zoekt men al aansluiting bij Boxtels eigen Bomenbrigade.
Vilsteren, Overijssel
In de moestuin van Huis Vilsteren zijn voor de drie kleinkinderen boompjes geplant. Helaas konden de kleintjes er vanwege corona zelf niet bij zijn. Het achterste boompje is voor kleinkind nummer drie, die nog geboren moet worden.
De boompjes – een honingboom, een moerbeiboom en een bijenboom – zijn een aanvulling op de permacultuur ontwikkelingen in de moestuin.